Ongetwijfeld het meest bekende reuzenrad ter wereld is dat van Wenen. Al sinds 1897 staat het in het eveneens bekende pretpark Prater in de Oostenrijkse hoofdstad. In dit artikel kijk ik terug op de roerige geschiedenis van het Wiener Riesenrad en vertel ik enkele persoonlijke herinneringen.
Het ontstaan van het reuzenrad in Wenen
Het reuzenrad van Wenen werd geopend in 1897 vanwege het 50-jarige troonjubileum van Keizer Franz Joseph I. Het was ontworpen en gepland door de Engelse ingenieurs Walter Basset en Harry Hitchins.
Met een hoogte van 64,75 meter was het destijds het hoogste ter wereld. Oorspronkelijk telde het reuzenrad 30 gondels. Tegenwoordig zijn dat er nog maar 15.
Op een door de Hongaar Gabor Steiner gepacht grondstuk in het beroemde Prater in Wenen begon men in 1896 het reuzenrad op te bouwen. Op 25 juni 1897 kwam het voor het eerst in beweging. Dat wil zeggen, het draaide een halve ronde zodat alle gondels gemonteerd konden worden. Op 3 juli zou het Wiener Riesenrad feestelijk worden geopend. Eigenlijk was dat een jaar te vroeg want het troonjubileum was pas een jaar later.
Het Prater in Wenen
Het prater is eigenlijk een enorm park van zes vierkante kilometer in de Oostenrijkse hoofdstad Wenen. Oorspronkelijk was het Prater een keizerlijk jachtgebied. In 1766 werd het door Keizer Jozef II opengesteld voor het publiek.
Wanneer we het tegenwoordig over het Prater hebben bedoelen we meestal het pretpark dat hier in aan het eind van de 19e eeuw ontstond. Officieel heet dit gedeelte Volksprater maar het wordt ook wel Wurstelprater genoemd.
Aanvankelijk bestond hetgeen wij tegenwoordig een pretpark noemen uit kleine theatertjes en horecagelegenheden. In de loop der jaren kwamen daar modernere attracties bij met als bekendste attractie het reuzenrad.
Het reuzenrad van Wenen tijdens en na de oorlog
In 1938 sloot Oostenrijk zich aan bij Duitsland waardoor het een jaar later betrokken raakte bij de Tweede Wereldoorlog. Aan het eind van de oorlog kreeg Wenen zwaar te lijden onder geallieerde bombardementen.
Ook het Prater en het Wiener Riesenrad werden getroffen. Als gevolg daarvan raakte het reuzenrad in 1944 zwaar beschadigd. Als snel nadat de oorlog in mei 1945 was afgelopen begon men met de wederopbouw van het reuzenrad en in 1947 werd het weer in gebruik genomen.
Doch omdat men ervan uitging dat het reuzenrad door het oorlogsgeweld minder stabiel was geworden werd besloten om slechts de helft van de oorspronkelijke 30 gondels te monteren. Dit waren allemaal nieuwe gondels omdat de originele gondels in 1944 waren verbrand. In 2016 is men begonnen met het vervangen van de gondels voor replica’s van de originelen.
Mijn eerste bezoek aan Wenen
In de zomer van 1998 bezocht ik voor het eerst de Oostenrijkse hoofdstad Wenen. Uiteraard moest ik ook een ritje maken met wat was uitgegroeid tot HET symbool van Wenen, het Wiener Riesenrad. Wat hieraan ook bijzonder voor mij was was dat mijn vader in zijn jonge jaren Wenen had bezocht en ook in het reuzenrad was geweest.
Vaak heeft hij mij hierover verteld en hoe hij tijdens zijn laatste rit misselijk was geworden. Zelf ben ik opgegroeid met wildere attracties dan een reuzenrad dus voor mij is het moeilijk voor te stellen hoe je hierin misselijk kunt worden. Doch ik moest hier zeker aan denken toen ik mijn ronde draaide.
In het reuzenrad van Wenen maken de passagiers slechts één ronde. Telkens stopt het om de mensen uit de volgende gondel uit te laten stappen en de nieuwe groep in te laten stappen. Na een half uur ben je dan helemaal rond en heb je van een mooi uitzicht over de stad kunnen genieten.
Overigens maakte ik in 2014 een ronde met het hoogste reuzenrad ter wereld, de High Roller in Las Vegas. Deze hanteerde hetzelfde systeem doch zonder te stoppen. Het station was zo gebouwd dat de mensen tijdens het draaien uit- en in konden stappen.
Veranderingen
Na 1998 heb ik nog tweemaal Wenen bezocht en beide keren weer een ronde met het reuzenrad gemaakt. Daarbij zag ik het één en ander veranderen. Zo was de ingang in 1998 nog heel eenvoudig. Nadat je een kaartje had gekocht, in het Prater betaal je voor elke attractie apart, sloot je aan in een wachtrij in de open lucht.
Bij mijn tweede bezoek aan Wenen, in 2002, ging je eerst door een klein museum alvorens je in het reuzenrad ging. Zo was het niet alleen de rit meer maar was het een hele beleving.
In het museum zag je aan de hand van modellen, uitgestald in als gondel gethematiseerde vitrines, de geschiedenis van het Wiener Riesenrad. Het begon bij de opening toen het nog 30 gondels had. Ook van het uitgebrandde reuzenrad in 1944 had men een model gemaakt. Vervolgens zag je hoe het na de oorlog verder ging met 15 gondels.
De tot nu toe laatste keer dat ik Wenen bezocht was in 2010. Niet alleen het reuzenrad maar ook het Prater zelf had toen een imposante nieuwe ingang gekregen. Het was ook dit jaar dat ik een serie foto’s van de tentoonstelling maakte.